Principles for Responsible Investment: een gesprek met Selim Boudhabhay

De Principles for Responsible Investment (PRI) werden in 2006 opgesteld onder leiding van Kofi Annan, die daarvoor 50 asset managers aansprak. Sindsdien zijn de principes uitgegroeid tot een wereldwijd initiatief, onderschreven door meer dan 5300 organisaties uit de financiële sector. PRI streeft ernaar duurzame en verantwoordelijke investeringspraktijken te bevorderen.

We spraken met Selim Boudhabhay, verantwoordelijke voor de Benelux binnen PRI, over de rol van de organisatie, de uitdagingen en de evolutie van verantwoord beleggen. Hij was een van onze gastsprekers en moderator op ons thematisch event over sociale en arbeidsrechten in december.

De rol van PRI en de betrokkenheid van leden

Boudhabhay benadrukt dat lidmaatschap bij PRI vrijwillig is, maar wel een vorm van engagement uitdrukt. “Het lidmaatschap hangt samen met de grootte van de organisatie. Elke organisatie moet rapporteren aan ons, wat tijd en middelen vergt,” legt hij uit. “De invulling van het lidmaatschap verschilt echter sterk: sommige leden zien het als een marketingtool, terwijl anderen onze methodologie gebruiken om hun duurzaamheidspolitiek te versterken. Er zijn ook organisaties die actief met ons samenwerken om concrete veranderingen door te voeren.”

Vanaf 2026 moeten leden rapporteren volgens een vernieuwde methodologie. “Deze zal beter aansluiten bij de SFDR- en CSRD-regelgeving, evenals andere initiatieven, zodat respondenten minder administratieve lasten ondervinden.”

Geografische trends en uitdagingen

PRI groeit wereldwijd, maar niet zonder uitdagingen. Volgens Boudhabhay bestaat er een zekere consensus over klimaatvraagstukken, terwijl de sociale en governance-componenten complexer liggen. “In China, bijvoorbeeld, is gebrek aan data een grote uitdaging. Dit bemoeilijkt financiële beslissingen, maar het land is zeker geen ‘zwart gat’. We hebben medewerkers in China en verschillende ondertekenaars uit het land.”

De groei van PRI is vooral zichtbaar in Afrika en het Midden-Oosten. “We hebben recent iemand aangeworven in Afrika en zien ook beweging in het Midden-Oosten. Interessant genoeg bevat Sharia-financiering bepaalde ESG-kenmerken. Ik sprak onlangs met een Qatarese investeerder die vreesde dat we hen met de vinger zouden wijzen. Het is belangrijk dat we landen zoals deze ondersteunen in hun transitie naar decarbonisatie.”

Ook andere regio’s nemen stappen in duurzaam beleggen. Japan werkt aan een Green Bond-raamwerk en een taxonomy, en Canada en Singapore hebben eveneens taxonomieën klaarstaan.

Samenwerking en data-uitdagingen

PRI werkt nauw samen met het middenveld en NGO’s, zoals de World Benchmark Alliance, de OESO en het Heartland-initiatief. Daarnaast spelen data een cruciale rol in duurzaam beleggen. “Wij zijn complementair aan de data providers,” zegt Boudhabhay. “PRI is een non-profit en stelt bijvoorbeeld de proxy voting database ter beschikking. Tegelijk bestaan er alternatieve databronnen. Zo is de CO₂-uitstootdata van de Copernicus-satelliet publiek beschikbaar. Het probleem is echter dat de methodologie van grote data providers vaak een ‘black box’ blijft.”

Actief aandeelhouderschap als sleutel tot verandering

Een van de belangrijkste pijlers van PRI is actief aandeelhouderschap. “Een van onze initiatieven is ‘Active Ownership 2.0’,” licht Boudhabhay toe. “Met ons wereldwijde netwerk kunnen we een bottom-up benadering stimuleren waarin meerdere aandeelhouders samen druk uitoefenen. Veel van deze interventies leiden tot tastbare verbeteringen. Neem bijvoorbeeld een mijnbouwbedrijf: als door onze inzet langere pauzes worden ingevoerd en het aantal dodelijke ongevallen daardoor daalt, dan is dat een concrete impact.”

PRI oefent ook druk uit op beleidsmakers. “Recent ondertekenden 200 grote investeerders een open brief waarin ze pleitten tegen het afzwakken van de CSRD-regelgeving.”

Duurzaam beleggen buiten de beurs

Duurzaam beleggen beperkt zich niet tot beursgenoteerde bedrijven. Ook andere activaklassen, zoals vastgoed en infrastructuur, kunnen een grote impact hebben. “De bouw van een brug, een ziekenhuis of een parkeergarage kan zowel een positieve als een negatieve sociale impact hebben.”

Op het gebied van schuldpapier en obligaties werken verschillende landen aan nieuwe kaders. Japan ontwikkelt momenteel een Green Bond-raamwerk, en de Luxemburgse beurs is een koploper in groene obligaties. “Staatsobligaties vormen een grotere uitdaging,” erkent Boudhabhay. “Toch was er een pilotproject waarbij 20 investeerders in gesprek gingen met de Australische overheid.”

De toekomst van PRI en duurzaam beleggen

PRI blijft zich ontwikkelen om duurzaam beleggen wereldwijd te versterken. Terwijl regulering, data-uitdagingen en geografische verschillen obstakels vormen, ziet Boudhabhay ook veel vooruitgang. “We moeten samenwerken met bedrijven, overheden en investeerders om impact te realiseren. Actief aandeelhouderschap en transparantie in data zijn daarbij essentieel.”