Terugblik: Focus op biodiversiteit
Bekijk de presentaties van ons eerste thematische evenement dat op 28 juni 2024, in Brussel werd georganiseerd.
Towards Sustainability wil onderzoeken op welke duurzaamheidsthema’s we in de toekomst impact kunnen maken. De eerste themadag, die op 28 juni in Brussel plaatsvond, bracht een aantal internationale experts samen om de balans op te maken van de integratie van biodiversiteit in investeringsbeslissingen. Het evenement werd bijgewoond door vertegenwoordigers van het middenveld, vermogensbeheerders, denktanks, academici en beleidsmakers. Hieronder delen we graag een paar hoogtepunten van de keynotes en het daaropvolgende discussiepanel.
“De klimaatcrisis en de biodiversiteitscrisis zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden,” aldus Sebastien Godinot, Senior Economist bij het WWF European Policy Office. “Via de Green Deal neemt Europa het voortouw op het vlak van regelgeving. Toch is er nog werk aan de winkel. Rapportering mag geen doel op zich zijn; het uiteindelijke doel is transitie. Aan de andere kant is er geen enkel excuus meer om niet te rapporteren, ook niet wat biodiversiteit betreft. Er zijn tal van tools beschikbaar om natuurrisico’s te monitoren.”
Dankzij de richtlijnen van bijvoorbeeld de Taskforce on Nature-related Financial Disclosures (TNFD) kan het bedrijfsleven en de financiële sector hun natuurafhankelijkheden en de daaraan gekoppelde risico's en kansen beoordelen, rapporteren en ernaar te handelen. Zo kunnen ze in lijn met het Global Biodiversity Framework de natuur integreren in hun besluitvorming.
“Het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework is vergelijkbaar met het Verdrag van Parijs, maar dan voor natuur en biodiversiteit,” aldus Diane Roissard, Head of Data and Corporate Engagement bij de Finance for Biodiversity Foundation. Deze stichting werd opgericht in maart 2021. Leden kunnen er kennis opdoen en delen in vijf werkgroepen: engagement bij bedrijven, impactbeoordeling door bijvoorbeeld biodiversiteitsmeting en data, publieke beleidsbeïnvloeding, opstellen van doelstellingen en positieve impact. “Onze leden hebben zich voorgenomen tegen ten laatste 2026 doelen te stellen,” aldus Roissard. “Uiterlijk in 2030 moeten die bereikt worden.”
“Onvolledige data mag ook nooit een excuus zijn om niet te beginnen,” zegt Emine Isciel, Head of Climate and Environment bij Storebrand, Noorwegens grootste private investeerder. “Landgebruik is een belangrijk, maar vaak vergeten aspect van zowel klimaatverandering als biodiversiteitsverlies. Toen wij in 2019 de Storebrand Deforestation Policy opstelden, nam geen enkele grote dataprovider ontbossingsgegevens op in zijn analyse. Ondertussen hebben verschillende organisaties zich verenigd in ForestIQ, waardoor het mogelijk is om zo'n tweeduizend bedrijven te screenen op hun impact op ontbossing.”
Het belang van ontbossing in de klimaat- en biodiversiteitscrisis is evident. Regenwouden beslaan slechts 6% van het aardoppervlak, maar bevatten meer dan de helft van alle biodiversiteit. Bovendien is 15% van de uitstoot van broeikasgassen te koppelen aan landgebruik. De vier grootste risicosectoren voor ontbossing en biodiversiteitsverlies zijn soja, palmolie, rundvlees en hout. Deze vier producten zijn verantwoordelijk voor tachtig procent van de ontbossing.
“Financiers richten zich meestal op energie of transport,” zegt Isciel. “Maar ontbossing treft ook specifieke sectoren: door het kappen van regenwouden veranderen neerslagpatronen, wat een directe negatieve impact heeft op de veehouderijen die verantwoordelijk zijn voor de ontbossing. Tegen eind volgend jaar willen we alle ontbossing uit onze portefeuilles weren.”
Isciel weerlegt ook dat duurzaam investeren geen financiële overweging zou zijn. “De cashflows van bedrijven hangen af van ecosysteemdiensten zoals gewassenbestuiving of waterzuivering. Het is absurd te denken dat financiële welvaart kan blijven groeien wanneer de natuur verder achteruitgaat.”
Lucian Peppelenbos, Climate & Biodiversity Strategist bij Robeco, sluit zich aan bij Isciel. “Het gaat om systemische risico’s. Financiële rijkdom is gebaseerd op natuur.” Toch is de taak van asset managers die oog willen hebben voor biodiversiteit niet eenvoudig.
“Er zijn zo’n 45.000 beursgenoteerde bedrijven waarin we kunnen investeren. Uit een enquête van een Nederlands impactfonds onder investeerders en NGO’s bleek dat slechts vier bedrijven in die hele lijst als natuurpositief werden beschouwd. Daarom bekijken we per sector wie de voorloper is. We delen de bedrijven binnen een sector op in vier categorieën. Maar de situatie is nooit zwart-wit. Zo is Danone een voorbeeld in zijn sector als het gaat om ontbossing en plantaardige eiwitten, maar lopen ze achterop wat plasticgebruik en -recyclage betreft.”
“Er zijn drie concrete manieren om via investeringen biodiversiteit te beschermen,” zegt Godinot. “Ten eerste via het Hippocratisch principe ‘do no harm’. Dat betekent bijvoorbeeld geen diepzeemijnbouw, geen bosgebieden vervangen door plantages en een volledige stop op fossiele brandstoffen.”
“Maar er is een grote inconsistentie in de Europese regels op dat vlak,” vult Peppelenbos aan. “Europa staat nieuwe gaswinning in de Noordzee toe, maar verbiedt financiële instellingen om erin te investeren.”
Een andere manier om de transitie waar te maken is do more good. Investeringen moeten beter doen dan de huidige benchmark. Ook dat lijkt niet zo evident.
“We zien een groot gebrek in financiering van op natuur gebaseerde oplossingen zoals bijvoorbeeld biolandbouw,” aldus Godinot. “Landbouw is voor biodiversiteit wat fossiele brandstoffen zijn voor het klimaat. Landbouw is verantwoordelijk voor twee derde van het biodiversiteitsverlies.”
Godinot wijst tenslotte op wat hij legacy harm noemt: bestaande infrastructuur die aangepast zal moeten worden (zoals gebouwen) of gewoon ontmanteld, zoals mijnsites. Niet alle bedrijven hebben daar een uitgewerkt transitieplan voor.
“Ook aandeelhoudersengagement moet een grote boost krijgen,” vervolgt Godinot. “Sommigen zijn serieus, maar velen hebben geen concrete doelstellingen of tijdslijnen. Vaak gaat het niet verder dan een paar brieven per jaar schrijven.”
“Daarom zetten wij in op intensief engagement met een uitgewerkte voting policy,” aldus Peppelenbos. Een uitgewerkt engagementbeleid is trouwens een strikte voorwaarde om het Towards Sustainability-label te verkrijgen.”
Isciel sluit af met een succesvol voorbeeld uit de Noorse zalmindustrie. “De zalm wordt gevoed met soja uit Brazilië. Hoewel die soja gecertificeerd was, bleek dat drie leveranciers onderscheid maakten in hun leveringen: de gecertificeerde soja ging naar Noorwegen, de rest van de wereld kreeg niet-gecertificeerde soja. Nu verkopen ze alleen nog gecertificeerde soja. Dit toont aan dat vrijwillige acties op basis van investeerdersengagement echt een verschil kunnen maken.”